Gesproken taal is de taal die we dagelijks gebruiken om met anderen te communiceren. Het is de taal die we bewust gebruiken om onze gedachten en gevoelens uit te drukken. Deze taal bestaat uit woorden en zinnen die we vormen door middel van grammatica en spelling.
Taal die ligt opgeslagen in ons onderbewuste, daarentegen, is de taal die we verwerken zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren terwijl we een boek lezen of naar muziek luisteren. Deze taal wordt verwerkt in ons brein zonder dat we ons bewust zijn van de betekenis of de structuur van de taal.
Er zijn enkele belangrijke verschillen tussen deze twee vormen van taal. De taal die we bewust gebruiken in ons dagelijks leven is doelgericht, logisch en rationeel. We gebruiken deze taal om onze gedachten en ideeën duidelijk te maken en om anderen te overtuigen. Taal die ligt opgeslagen in ons onderbewuste is daarentegen vaak intuitief en emotioneel. Deze taal kan ons helpen om onze gevoelens en emoties beter te begrijpen en te verwerken.
Een ander belangrijk verschil is dat gesproken taal ons in staat stelt om te communiceren met anderen, terwijl taal die ligt opgeslagen in ons onderbewuste vaak een persoonlijke betekenis heeft. Deze taal kan bijvoorbeeld herinneringen oproepen aan bepaalde gebeurtenissen uit ons leven, die alleen voor ons van belang zijn.
Het is belangrijk om te benadrukken dat gesproken taal en taal die ligt opgeslagen in ons onderbewuste niet volledig los van elkaar staan. Beide vormen van taal zijn verweven en kunnen elkaar beïnvloeden. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat we ons bewust worden van bepaalde aspecten van taal die we normaal gesproken onbewust verwerken.
Bij volwassenen kun je ook vaak aan de lichaamstaal aflezen hoe iemand zich voelt of op iets reageert.
In de communicatie met baby’s is er ook geen gesproken taal. In ieder geval niet hoe een baby communiceert. Jij communiceert wel in gesproken taal met je kind, maar je kind laat aan zijn lichaamstaal zien wat zijn reactie is. Daarnaast heeft je baby ook herinneringen opgeslagen vanuit de zwangerschap en geboorte en roept dat ook iets op bij je baby. Dat is ook communiceren en taal. Wanneer jij daar alert op bent, kun je daar heel veel aan uit aflezen en leer je je kindje ook beter kennen door te weten wat er gecommuniceerd wordt.
Denk aan de gezichtsuitdrukking, spanning in de handen, gespannen beentjes of voetjes, huilen, fronsen. Bij volwassenen kun je ook vaak aan de lichaamstaal aflezen hoe iemand zich voelt of op iets reageert.
In conclusie, taal is een complex fenomeen dat vele facetten heeft. Het verschil tussen gesproken taal en taal die ligt opgeslagen in ons onderbewuste is één van deze facetten en beide vormen van taal hebben hun eigen specifieke functie en betekenis.
